Het programma 'ABC Speel en lees ermee'

Mijn programma ‘ABC Speel en lees ermee’ is ontwikkeld voor kleuters en groep 3.

In ons boek 'ABC Letterwereld' komt dit programma NIET voor.

  Wel kan het een aanvulling erop zijn.

Op creatieve, multisensoriële wijze wordt er omgegaan met voorbereidend en aanvankelijk lezen vanuit het alfabet. Door jonge kinderen direct de waarheid over taal te vertellen, beginnen we effectief en het betekent dat de instructies elkaar logisch opvolgen. We onderschatten kinderen als we denken dat ze dat niet zouden kunnen. We zetten in op de kracht van het jonge kind: goed kunnen kijken en voelen. Het programma kan naast en in plaats van iedere andere methode gebruikt worden. We voegen de basis toe, we leggen een stevig, eenduidig fundament.

Meerdere publicaties

Het sluit aan bij het boek:’ ABC Letterwereld’ wat ik met Magda Jacobs schreef en bij logischlerenlezen. be van Renée Laqueur - van Gent. Ook bij meerdere publicaties die deze ‘andere’ aanpak van het lees- en spellingonderwijs promoten zoals het boek ‘Spelen met letters en woorden’ van Hildegonde Mostert en bij Taalkanjer het boek 'Spellen zonder fouten’ van J. Koedam en M. Kiewit.

De remedial teachers van abctaal.nl werken ook op deze manier.

De kern bij allen is het ABC, minder focus op het auditieve en vooral meer visuele en praktische tools inzetten.

 

Wat houdt mijn programma in?

 

 Het alfabet met alle letters (inclusief c q x y) wordt met liedjes en verhaaltjes op creatieve wijze speels onder de aandacht gebracht. Beginnend bij de hoofdletters en daarna de kleine blokletters. (Letters die hier vetgedrukt staan, worden uitgesproken als in het ABC)

Bij kleuters zijn we eerst bezig met de letternamen en wat je ziet en voelt, als ze daaraan toe zijn pas luisteren naar de verschillende klanken van de ABCletters binnen een woord.

Aan de enkele klinkers wordt veel aandacht besteed met liedjes en korte ‘woordjes’ als ‘ga zo nu’ Ook met ‘onzinwoordjes’ om woordpatronen te leren herkennen.

Dit is een toevoeging aan bestaande leesmethodes. Het gaat vooraf aan waar normaal mee begonnen wordt in het regulier leesonderwijs. De volgorde van aanbieden is: a na an aan.

Het begin a en na komt juist eerst, daarna komen pas ‘an’ en ‘aan’ in woorden als man, maan.

Het direct woorden herkennen bij lezen wordt bevorderd door deze woordpatronen. Tas bestaat uit t + as en haan uit h +aan. We spellen altijd met ABCletters: t.a.s  h.a.a.n

Bij Anne Anders (An) zeggen we: de a van Anne Anders. In het begin zijn we niet met de vluchtige klanken in het woord bezig bij kleuters. Als ze er om vragen of tijdens het leesproces zeggen we: “De a klinkt in deze naam of dit woord als ah. Dit is de ah-klank van de a

Met de blauwe blokjes hieronder wordt een bepaalde medeklinker bedoeld.

 

Het programma ‘ABC Speel en lees ermee’ bestaat uit:

 
A

Kaartspel ‘Toverletters’ met 44 kaarten

Op iedere kaart staat aan de ene kant de blokletter en aan de andere kant de beeldletter die ook in de verhalen voorkomt. Als de letternaam nog niet actief paraat is, ‘tovert’ het kind de beeldende kant tevoorschijn, zodat hij door de associatie met de afbeelding de letter kan leren of weer op kan roepen uit het geheugen. Het kaartspel bestaat uit alle letters van het alfabet inclusief c q x y. Er zijn extra kaarten van de korte klinkers, de lange dubbele klinkers, de toonloze e en de 8 lettercombinaties met 2 klinkers, zoals au eu ie. Altijd hoor je twee keer de klank van de (meestal begin)letter(s) b.v.: Arie en Ada de apen (alfabet a), Karel de kapper, Gijs gans, Rapper Rob, Jaap aap, Anne Anders, Eus de reus.

 

Er zijn 23 kaarten van de klinkers met hun mogelijke klank(en) bovenaan en hun schrijfwijze onderaan de kaart:

  De enkele alfabetklinkers, die een lange klank hebben zoals de o van Odo olifant.

  Korte, gesloten klanken ah eh ih oh uh, Anne anders, Ellie elfje, Ikkie indiaan, Otto onderweg, Ukkie ukkepuk. Een blauwe blokje/deurtje erachter staat voor een willekeurige afsluitende medeklinker.

  De dubbele klinkers aa, ee, oo, uu, ook altijd gevolgd door 1 of meer medeklinkers: Jaap aap, Eef eend, Oom droomboom, Uut de fuut. Deze lange klanken worden ook afgesloten met een (of meer) medeklinker(s) als blokje(s) Bij ee is dit niet altijd: zee.

  De extra, derde klank van de e, de uh-klank (zonder klemtoon) Me-te-ze, een knuffeltje. Dit is altijd een duo met een medeklinker (blokje voor e): me, te, ze, de, je, enz.

De 8 lettercombinaties welke met twee letters samen 1 klank vormen: oe ie, au ou eu, ei ij ui, zoals: Eus de reus, IJsbrand ijsbeer, Oudje het houtje, enz. DE ‘eu' kan niet, het is niet 1 letter! We spellen deze lettercombi’s altijd met de ABC namen: ‘eu’ bestaat uit de letters e.u. en ‘ij’ uit i.j.

 
 
B

27 kleurrijke prenten met verhalen:

Dit gaat uitgegeven worden als prentenboek.

De medeklinkers met uitzondering van c q x y omdat deze in het begin nog niet in de geleerde woorden voorkomen. De klinkers zijn onderverdeeld in de korte klanken ah eh ih oh uh en de lange dubbelklanken aa ee (ie) oo uu.

Dit zijn de meest voorkomende klanken bij het aanvankelijk leren lezen.

 

Het is de bedoeling dat het gebruikt wordt als voorbereidend lezen in groep 1 en 2 om een aantal letters uit het alfabet speels te leren kennen. De letters worden altijd benoemd met hun alfabetnaam. Tijdens het leren lezen in groep 3 wordt er ingegaan op de mogelijke klank(en) van de letters of lettercombinaties met duidelijke uitleg hoe het in elkaar zit.

Bij Jaap aap noemen we de lange aa dubbel a, want in het alfabet staat de enkele a die net zo klinkt in pa, sla, apen, Eva. In veel andere talen worden de alfabetklinkers ook lange klanken genoemd. Het onderscheid tussen lange en korte klanken wordt pas verteld als kinderen daaraan toe zijn en/of als het leesproces begint.

 
C

De 27 prenten met rand

 
 
D

De klankenfamilie

 
 
E

Werkvormen

 

Werkvormen van de afzonderlijke medeklinkers en de klinkers met rijmpjes, liedjes en activiteiten waarbij alle zintuigen en intelligenties aan bod komen. Zij horen bij de 27 prenten, genoemd bij C.